Sanne loopt drie maanden stage op een Afrikaanse basisschool in Kaapstad. In deze OppasColumn vertelt ze meer over haar ervaringen.
De eerste dag dat ik op stage was, had ik het gevoel dat ik terugging in de tijd. De school waar ik stageloop is vrij arm. Er zijn geen digiborden en mooie meubels. De kinderen zitten in oude banken en de juffrouw schrijft op een ouderwets krijtbord. Ook de manier van onderwijs geven is zoals wij het vroeger deden: de juffrouw dicteert, de kinderen schrijven. Er wordt weinig gebruik gemaakt van activerende werkvormen zoals samenwerken of zelf ontdekkend leren. Daarnaast is er ontzettend veel respect voor leerkrachten en wordt er met ijzeren discipline gewerkt. Vooral op het gebied van pedagogische kwaliteiten is er een groot verschil. Er wordt hier veel tegen kinderen geschreeuwd en ze worden ook vaak gestraft. De leerkrachten zijn een stuk harder en hoewel dit niet altijd fijn is voor de kinderen heb ik er een hoop van geleerd. In Nederland zijn we misschien wel te zacht…
Ik geef les aan een graad drie klas. In Nederland is dit groep vijf. De kinderen in deze groep zijn acht à negen jaar oud. Een gemiddelde dag voor mijn graad drie klas ziet er als volgt uit:
07:45-08:00 Verzamelen op het schoolplein en luisteren naar mededelingen
08:00-08:30 Bijbelles
08:30-09:00 Afrikaans spreken
09:00-10:00 Afrikaanse werkboeken maken en lezen
10:00-10:20 Pauze
10:20-11:20 Wiskunde
11:20-12:20 Levensvaardigheden
12:20-12:40 Pauze
12:40-13:10 Handschrift
13:10-13:40 Spellingwoorden oefenen
13:40-14:10 Voorlezen
14:10-15:00 Sport
De kinderen eindigen elke dag met sport. De jongens krijgen rugby, cricket of atletiek en de meisjes krijgen tennis, netbal of atletiek. Sport is hier ontzettend belangrijk en net als bij ons zijn er ieder weekend wedstrijden. Als de jongens of meisjes uit jouw klas spelen, sta je dus in het weekend langs het veld.
In Zuid-Afrika bestaan er nog steeds grote verschillen tussen zwarte en blanke mensen. Op mijn school is dat gelukkig niet te merken, alle kinderen worden gelijk behandeld. Je merkt wel dat de zwarte kinderen over het algemeen armer zijn en veel wonen er ook in sloppenwijken, zogenaamde ‘townships’. De kinderen dragen uniformen op school om de gelijkheid veilig te stellen. Toch zie je ook aan de uniformen hoe welgesteld de kinderen zijn.
Ik heb erg veel geleerd van mijn tijd in Zuid-Afrika, echt een ervaring om nooit meer te vergeten!