Denkspelletjes voor thuis of onderweg

‘Hoe lang nog…?’

Dat is een vaak gehoorde zin van (oppas)kinderen vanaf de achterbank, in de rij bij de supermarkt, onderweg naar zwemles of terwijl jullie op grote broer of zus staan te wachten op het schoolplein… Ergens op moeten wachten kan voor kinderen soms nog veel langer aanvoelen dan voor ons ‘grote mensen’. Je kunt de kinderen in de tussentijd natuurlijk bezighouden door ze een grote lolly of smartphone met spelletjes in handen te geven, maar veel leuker is het natuurlijk om samen een denk- en raadspelletje te spelen. Anne van OppasStudent geeft je drie voorbeelden waar jij en je (oppas)kinderen voorlopig wel even zoet mee kunnen zijn.

1. Rara, wie heb ik in mijn hoofd?
Neem iemand in je hoofd. Dit moet natuurlijk wel iemand zijn die je tegenspeler ook kent – oma,  een huisdier, koningin Maxima, Nijntje. De rader moet er middels gesloten vragen achter zien te komen wie jij in gedachten hebt. Is het een vrouw? Is ze bekend van TV? Kan ze goed zingen?De rader vraagt net zolang door tot hij denkt te weten wie de persoon in jouw gedachten is. Spreek van te voren af hoeveel gokjes de rader mag wagen. Als de persoon na zo’n 10 vragen nog niet geraden is, kun je natuurlijk best even een hint geven! Bij het goede antwoord draaien jullie de rollen om.

2. Ik zie, ik zie wat jij niet ziet
Dit spel kun je met zoveel personen spelen als je zelf wilt. Iemand neemt  een voorwerp uit de ruimte waar jullie op dat moment zijn in gedachten en noemt daarvan de kleur. Ik zie, ik zie wat jij niet ziet en de kleur is…. rood! De tegenspelers moeten vervolgens goed om zich heen kijken en ombeurten raden welk voorwerp in gedachten is genomen. Is het die speelgoedauto? Mijn schoenveters? Het kussen op de bank? De appel op dat schilderij? Het rode strikje in het haar van mijn pop? Jaa! Diegene die het goed geraden heeft, is vervolgens aan de beurt.

3. Laatste letter, eerste letter
Bij dit spel noemen jullie om beurten een woord. De laatste letter van het eerste woord, is de eerste letter van het volgende woord. Begrijp je het nog? Voordat jullie kunnen beginnen, bedenken jullie per ronde eerst een onderwerp, bijvoorbeeld dieren. De speler die begint, noemt een dier en de volgende speler noemt een dier dat begint met de laatste letter van dat dier. AaP, PoeS, SpiN, NijlpaarD, DromedariS, SlanG, GeiT, TijgeR… Wanneer iemand geen dier meer kan bedenken wat nog niet genoemd is, is diegene af. De winnaar is uiteraard degene die het het langste volhoudt.