Vervelen je (oppas)kinderen zich en weten ze niet wat ze moeten doen? Speel leuke buitenspelletjes met ze!
Als het zomer wordt, wil je natuurlijk veel buitenspelen. Maar soms kan je helemaal niets leuks bedenken om te doen. Daarom heb ik hier twee leuke spelletjes om te doen als het buiten lekker weer is.
Flessenvoetbal
Dit heb je nodig: Twee grote flessen van 1,5 liter en een voetbal.
Zo moet het:
1. Zoek twee grote lege flessen. Zorg er wel voor dat de flessen even groot zijn, anders is het niet helemaal eerlijk. Vul deze flessen met water.
2. Zoek een plekje met een platte ondergrond, dan blijft de fles beter rechtop staan.
3. Zet de flessen ongeveer tien meter uit elkaar. Nu begint het spel!
4. Probeer met de voetbal de fles van de andere persoon om te schoppen. Als je schopt mag je naast je fles staan, als de bal naar jou wordt geschopt moet je altijd achter je fles staan.
5. Als de fles omvalt, moet je eerst de bal pakken en daarna pas mag je je fles pas rechtop zetten. Je moet dus heel snel zijn, want anders loopt je fles snel leeg.
6. Als een van de twee flessen zo leeg is dat er geen water meer uitkomt, heeft de ander gewonnen.
Variatietips
– Je kunt de flessen verder uit elkaar zetten om het moeilijker te maken.
– Ben je nog niet zo goed in voetballen dan kan je er ook voor kiezen om de bal richting elkaars fles te gooien of te rollen.
– Wil je het met meer mensen spelen? Maak dan een grote kring waarbij iedereen achter zijn fles moet staan.
Spel met de tennisbal
Dit spel kan je in je eentje doen, maar ook samen met anderen.
Dit heb je nodig: Een tennisbal en een hoge rechte muur
Zo moet het:
Als je het spel samen met iemand doet werkt het zo: de eerste persoon begint bij level 1, als hij of zij dit level heeft gehaald mag hij door naar level 2 als hij of zij daar een foutje maakt en de bal laat vallen, is de volgende persoon aan de beurt. Als je daarna weer aan de beurt bent ga je verder in het level waar je gebleven was. Als je in level twee bent gebleven moet je de opdracht wel weer vier keer achter elkaar goed doen. De persoon die als eerste het vijfde level heeft gehaald wint het spel.
De opdrachten:
1.Bij het eerste level moet je de bal op de grond gooien zodat hij daarna tegen de muur stuitert en daarna moet je hem vangen. Doe dit vijf keer. Alleen als je het vijf keer achter elkaar kan, zonder de bal te laten vallen, mag je door naar level twee.
2. Bij het tweede level moet je de bal onder je been door gooien en hem dan weer vangen. Doe dit vier keer.
3. Bij het derde level moet je de bal tegen de muur gooien, voor je in je handen klappen, achter je rug in je handen klappen, weer voor je in je handen klappen en dan de bal weer vangen. Doe dit drie keer.
4. Bij het vierde level moet je de bal tegen de muur gooien, de grond aanraken en hem dan weer vangen. Doe dit twee keer
5. Bij het vijfde level moet je de bal tegen de muur gooien, een rondje draaien en hem dan weer vangen. Doe dit één keer.
Variatietips:
Je kunt natuurlijk meer levels bedenken met lastige opdrachten die je moet doen. Als je er twee opdrachten bij bedenkt moet je het eerste level wel zeven keer doen en het level daarna zes keer, zodat je precies zo uit komt dat je het laatste level maar één keer hoeft te doen.